Wat iedere Katholiek moet weten


Wat zegt ons het Evangelie

In deze tijd van rampspoed, denk aan het Corona virus, het herstel na 4 jaren Trump, het afnemende vertrouwen in onze parlementaire democratie, de gebleken onbetrouwbaarheid van de overheid administratie en niet te vergeten de voortgaande ontkerkelijking, is het de hoogste tijd om tot totale heroriëntering te geraken. Voor de kern van deze heroriëntering richten wij ons uiteraard op de gebeurtenis van 2000 geleden, waarbij Jezus Christus aan de mensheid de Goddelijke Openbaring kwam brengen.

Nu, zoveel later, kunnen wij pas zien en begrijpen, wat deze gebeurtenis eigenlijk inhield, wat de consequenties ervan waren en het feit, dat de gevolgen zich nog steeds voordoen. Ik vind de mooiste omschrijving van zijn komst deze, dat hij kwam om de schepping van Hemel en Aarde definitief te voltooien! Deze voltooiing betrof niet zo zeer de materiële cosmos, maar de geestelijke werkelijkheid.

In de vóór-christelijke wereld stond alles in het teken van ontwikkeling en van zelfbehoud, met name zelfbehoud van individuele mens en van de soort. Wij moeten daarbij niet alleen denken aan zelfverdediging maar ook aan de ontwikkeling en voortplanting van de individuele mens. Dit geldt trouwens ook voor de dieren, die om in leven te blijven zelfs zo nodig andere dieren moeten doden en opeten om in leven te blijven en ook voor planten, die zich steeds naar het licht draaien, zó dat de huisvrouw tureluurs wordt omdat zij steeds die planten weer om moet draaien. De tekst “De leeuw zal neerliggen met het lam” (Jesaja 11:6-9) gold dan ook maar voor eventjes en was niet meer dan een fotomoment, want als dit standaard was geworden zouden de leeuwen sindsdien zijn dood gegaan van de honger en zelfs zijn uitgestorven.

Wij weten nu, dat veel van deze eigenschappen genetisch zijn bepaald en in ons dna zijn verankerd.  Het is Jezus geweest die ons uit deze vaste greep is komen verlossen, die ons in staat heeft gesteld om aan deze dwang van de natuur te ontkomen. Hoe, dat zien wij hieronder nog verder. Dit geldt overigens eveneens voor allerlei diverse verslavingen waarvan je door geloof in Jezus en met hem kunt genezen.

Centraal in de verkondiging van Jezus, de kern van de Openbaring, is de verkondiging van het Rijk Gods. Al zijn volgelingen vormen samen het Rijk Gods en iedereen is uitgenodigd zich hierbij aan te sluiten. Maar je moet er wél wat voor doen, zoals wij hieronder nog zullen zien. Jezus stelt strenge eisen om tot toelating in het Rijk Gods te geraken, eisen die strenger lijken dan ze zijn.

Het Rijk Gods wordt door velen gezien als een moeilijk te begrijpen mysterie en dat is niet zo vreemd. In feite had Jezus één boodschap en die was: “Zoekt eerst het Rijk Gods en al het overige zal U worden toegeworpen (Matth. 6:33)”. Alles wat hij daarnaast aan uitspraken heeft gedaan waren toelichtingen en uitwerkingen van dit beginsel. Daarin is alles gezegd! Maar met goede uitleg komen we heel ver met het begrijpen van dit centrale begrip.

Als Jezus zegt: Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal hetzelve vinden (Mt 16: 25),

dan is dit logisch gezien onbegrijpelijk. Zo zijn er in het Evangelie vele uitspraken, die paradoxaal zijn, maar juist heel prachtig weergeven wat door Hem als vernieuwende waarheid gebracht wordt. Zo zegt Jezus ook (al is dit dan géén paradox):

Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand Mijn woord zal bewaard hebben, die zal den dood niet zien in der eeuwigheid (Joh. 8-51). 

Maar het gaat ons niet om op zich interessante uitspraken uit het evangelie te beoordelen, het hele evangelie is een en al totale paradox: wie zijn eigen geluk zoekt, die zal het niet vinden, maar wie er van afziet dit te zoeken, die zal het vinden. Ik noem dit de Goddelijke Paradox.

Toen zeide Jezus tot Zijn discipelen: Zo iemand mij wil volgen, die verloochene zichzelven, neme zijn kruis op, en volge Mij. Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal hetzelve vinden (Matth 16, 24-25).

Zo wemelt het evangelie van “moeilijke” uitspraken, die voor iemand, die van rechtlijnige, eenduidige gedachten houdt, een beetje verbijsterend zijn. Maar het gaat niet zozeer om het begrijpen. Wat veel belangrijker is, is dat wij zoveel waarde hechten aan de woorden van Jezus, dat wij ze zonder meer van grote waarde achten en ze dan ook zonder problemen aannemen.

Of geloof een gave is, is voer voor de logica, maar als je besluit een volgeling van Jezus te zijn, moet je er wel wat voor doen om tot het Rijk Gods te geraken. Dit zagen wij hierboven al. Dit heb ik geleerd van mijn Vader, die dit allemaal heel jong al begreep en er zijn voordeel mee heeft gedaan doordat hij altijd een groot vertrouwen in de Voorzienigheid heeft gehad en die hem altijd in alles heeft geholpen.

Wat moet je er dan voor doen? De H. Maria deed het ons voor met haar woorden “mij geschiede naar zijn Woord”. Dat betekent Gods wil aanvaarden en ophouden zelf je eigen geluk willen nastreven, door alles aan de Voorzienigheid over te laten. Zo is de ware christen altruïstisch, onzelfzuchtig, De gevolgen van de woorden van Jezus zijn overweldigend: een heel lang leven, welvarend en gelukkig, in een lang en gelukkig huwelijk met kinderen, die allemaal goed terecht komen! Wie zó leeft, die is in werkelijkheid en in alle opzichten een vrij mens geworden. Het betekenende, dat bij iedere beslissing het eigenbelangen geen storende factor meer oplevert. Zo iemand heeft niet meer te maken met de vraag: kom ik wel aan mijn trekken, kom ik niet tekort, zijn mijn belangen wel veilig, wordt ik voldoende gerespecteerd en zo voort. Nooit meer verdriet, angst, jalousie, wrok, afgunst of haat, nooit meer faalangst of examenvrees door het vertrouwen op de Voorzienigheid ! En vergeet nooit dit: iedere onzelfzuchtige daad of schenking wordt zelfs in dit leven al honderdvoudig vergoed.

Vooral in het huwelijk is deze levenshouding een bron van geluk. De ware onzelfzuchtige levenshouding zorgt er voor, dat ruzies tot het verleden horen, dus ook nooit meer ruzie over wie aan de beurt is de vaatwasmachine te vullen of leeg te halen enz. Geen gevoel ‘niet aan zijn trekken te komen’, overgevoeligheden krijgen geen kans meer, iedereen probeert het leven voor de ander tot een feest te maken.

Als je dan ziet, hoeveel de komst van Christus voor de mensheid betekent, dan begrijp je niet hoe het in vredesnaam mogelijk is, dat niet alles en iedereen enthousiast is en zijn woorden hoog in het vaandel heeft staan. Hoe kan het, dat de kerken worden verwaarloosd en de samenleving nog even hard en liefdeloos is. Maar daar is een begrijpelijke verklaring voor. De woorden van Jezus zijn namelijk niet echt goed begrepen.

In de tijd van het openbaar optreden van Jezus bestond er al een vrij complete beschaving met zijn kunst, wetenschap, rechtsorde, krijgskunde enz. Twee belangrijke onderdelen van die wetenschap waren wiskunde en filosofie. Wij kennen die beschaving als het “Hellenisme”. Naast Griekenland en Rome was het Hellenisme ook in Israël de heersende beschaving en de elite van het volk, waarvan ik met name de Farizeeërs met name noem, waren in het Hellenisme helemaal thuis. De apostel honoris causa St Paulus had zelfs de reputatie een “geleerde” te zijn, maar de Bergrede heeft hij nooit gekend. Deze beschaving van vóór Christus was echter een soort veredeld heidendom, dat de geloofsverkondiging van Jezus danig in de weg zat.

Het is buitengewoon interessant, dat Jezus dat donders goed wist en dat Hij er ook op wees. Dit blijkt uit talloze uitspraken van hem in het Evangelie. Het is aan te nemen, dat hij daarom onontwikkelde vissers als zijn vrienden uitkoos, onontwikkeld vanuit de optiek van de intellectuelen, maar boordevol levenservaring en gezond verstand. Om zijn afkeer van deze intellectuelen nog sterker te accentueren zei hij “Laat de kinderen tot mij komen” omdat die het allerminst bevooroordeeld waren, die waren echt tabula rasa!

In de tijd vóór Jezus waren er ook wel brave, vriendelijke, hulpvaardige, moedige, vrijgevige mensen, lees er het “Oude deel van de bijbel (ook wel genaamd “het oude testament”) maar op na, maar het waren geen Christenen en zij kenden het Rijk Gods en de Goddelijke Paradox nog niet.

Theologie

Volgens historici duurde het Hellenisme tot in de vierde eeuw na Christus, maar als je het goed bekijkt duurt het nog steeds voort. Dat blijkt uit het volgende. Om te beginnen, zijn filosofen uit het Hellenisme nu nog actueel. Ik noem er willekeurig enkelen van, Socrates & Plato, Heraclites, Epicurus, Seneca en de reus Aristoteles. De filosofen uit die tijd hadden al een hoog niveau van wetenschappelijkheid bereikt. Wat zij gemeen hadden was dat zij de logica hoog in hun vaandel hadden, zeer hoog zelfs (overigens wordt tegenwoordig wel gesteld, dat logica meer in de wiskunde thuis hoort en misschien niet ten onrechte, maar dit terzijde). In die tijd is dan ook de “theologie” geboren, de wetenschappelijke behandeling van het Evangelie, die alles, wat niet logisch valt te rijmen, negeert, ter zijde schuift, belachelijk maakt en erger.

Tragisch is het, dat Israël niet mee is gekomen naar het Christendom, de leiders konden geen afstand doen van hun eigen cultuur, die statisch was, verknocht aan hun oude filosofen, zij begrepen Christus eenvoudig niet. Maar eens komt de tijd, dat zij hem wél zullen begrijpen en dan worden de Joden perfecte, enthousiaste christenen, die misschien zelfs het voortouw gaan nemen, zoals tevoren.

De logica legt een floers over onze geestelijke ogen indien wij vanuit de logica in het evangelie lezen, waardoor alles, dat “niet logisch verantwoord is” als “onwetenschappelijk” wordt beschouwd. Wij moeten daarentegen naar de wetenschap kijken vanuit de woorden en gedachten van Jezus en wat zien wij dan? Zijn ware leer. Helaas zitten wij nu met antieke methodieken, die sedert 2000 jaar nagenoeg onveranderd zijn gebleven.

Welnu, als wij kijken naar de woorden van Jezus en ons daarbij helemaal distantiėren van de logica, dan kunnen wij ook de vele moeilijke paradoxale woorden en gedachten van Jezus beter begrijpen en waarderen! Zo neemt Jezus de floers weg, die ons belet hem te begrijpen en ook in dit opzicht kan hij met recht onze Verlosser worden genoemd.

Dit komt er dan uiteindelijk op neer, dat wij van zijn woorden en gedachten kennis nemen met de ogen van geloof en niet met de ogen van de logica. Wij lezen het Evangelie dus niet met critische blik zo in de trant van “kan dit wel,”is dit niet in strijd met de logica”. Als ons de tekst van het Evangelie niet helemaal duidelijk is dan moeten wij die tekst niet opzij gooien, maar ons afvragen “wat zou Jezus hiermee bedoeld hebben”.

De gevolgen

Hoe het kan en eigenlijk ook moet zien wij in de handelingen van de Apostelen waar wordt beschreven hoe de eerste christenen samen alles deelden en voor elkaar zorgden (handelingen 2:43-48 en 4:32-37). Maar het was te mooi om waar te zijn, door welke oorzaak dan ook konden ze het niet volhouden en te beginnen met Ananas en Sapphira kwam er een scheur in deze saamhorigheid (Handelingen 5:1-11).

Wat bleef was de liefde voor Jezus, verering van Hem en de belangstelling voor zijn leven en werken. Uiteraard gingen de initiatieven om aan buitenstaanders, bekeerlingen, meer bekendheid omtrent zijn persoon en leer en om leerlingen te werven ook gewoon door. Ook begon de eredienst inz de liturgie aan haar ontwikkeling tot de prachtige liturgie, zoals wij die nu kennen. Maar het begrip van het Rijk Gods, waar het Jezus om te doen was, raakte op de achtergrond.

Omdat het eigenlijke geloof in Christus sindsdien zo op de achtergrond is geraakt, immers er wordt nauwelijks bekendheid gegeven aan zijn werkelijke leer, was er een ander middel nodig om de gelovigen verbonden aan de Kerk te houden, namelijk door middel van de voorschriften van de Kerk, die op straffe van zonde in acht moesten worden gehouden.

Het lijkt er op, dat sedert het einde van WW2 de mensen hun angsten kwijt zijn geraakt en vooral hun angst voor zonde, vagevuur en hel. Men spreekt er wel van dat velen “ongelovig zouden zijn geworden”, maar het vreemde is, dat er nog heel veel mensen zijn die toch nog geloven, ook al gaan ze niet meer naar de Kerk.

Het antwoord op de vraag “wat moeten wij geloven” is “wij moeten geloven wat de Kerk ons in opdracht respectievelijk in navolging van Jezus voorhoudt”. Maar gezien het feit, dat de Kerk ons ‘s-zondagmorgens in ca 5 minuten niet veel, dat echt bruikbaar is, voorhoudt en haast nooit spreekt over de Goddelijke Paradox kun je de vraag stellen “heeft de Kerk zelf Jezus wel goed begrepen?”. En ook “geeft de Kerk wel de héle leer van Jezus weer?”.

Het zou zo mooi zijn, als de woorden van Jezus aan waarachtige gelovigen met vuur en met enthousiasme zouden worden voorgehouden. Het zou dus al een goed begin zijn als onze Kerk in navolging van onze protestante collega-kerken de hele theologie zou verlaten resp opgeven en zich zou richten op het verstaan en uitdragen van de zuivere woorden van onze Heer. Als dan aan jonge mensen wordt voorgehouden hoe wijs en belangrijk ons katholieke geloof is, dan zou daarmede de trend kunnen worden doorbroken, dat geloven saai en nutteloos zou zijn, goed voor oude mensen.

Er is dus een antwoord op de vraag “als dan de Openbaring van Jezus Christus, 2000 jaar geleden, voor de mensheid zó geweldig is geweest, waarom is dan nu niet iedereen een enthousiaste Christen”.

Dat antwoord moet luiden: “omdat Jezus niet geloofd en niet begrepen is”. Er zijn wel individuele mensen geweest, die Hem hebben begrepen en die de volle hulp van de Goddelijke Voorzienigheid hebben gekregen, maar wie hem echt hebben begrepen zijn de monniken geweest. Zij hebben het radicale besluit genomen alles achter zich te laten en Jezus te volgen. Door afstand te doen van hun eigen geluk en alle pogingen dat geluk te vinden, hebben zij dat geluk “toegeworpen” gekregen.

Nu moeten wij ons niet aanmatigen om de wegen en de daden van de Voorzienigheid te beoordelen. Wij kunnen er maar heel soms achter komen, wat de vermoedelijke bedoelingen van de Voorzienigheid zijn, maar wij moeten wel altijd bedenken, dat de Voorzienigheid  meer kan en meer weet, dan wij voor mogelijk houden en dat zij altijd het beste voor heeft zowel voor het individu als voor de gemeenschap.

Overigens zijn helaas de woorden van Jezus enigszins verhaspeld en uitgebreid met verzinsels: in tegenstelling tot wat de H. Paulus heeft verkondigd heeft Jezus zelf bij mijn weten nooit over al of niet trouwen gesproken. Trouwens juist in het huwelijk komt de leer van Jezus volledig tot zijn recht. Als wij de leer van Jezus echt begrijpen en navolgen, dan zal deze voor ons een onbeschrijfelijke zegen blijken!

Wie het geloof wil leren kennen, kan het beste beginnen met God vóór en na de maaltijd dank te zeggen en ‘s-morgens & ‘s-avonds God te danken voor een goeie nachtrust respectievelijk voor een goed bestede dag.

Hieronder met dank aan Pater Hugo, die de invloed van de heidense filosofie aan het licht heeft gebracht.


Geef deze website door a.u.b. aan familie, vrienden en bekenden !
en steun zó de goede zaak !
Wilt U hierover spreken?
Hebt U belangstelling voor contact?
Wilt U commentaar leveren ?
Wilt U bijdragen aan deze actie ?
Richt U zich dan tot 

    info@lndss.nl 
    

Pater Hugo:

Er zijn zat initiatieven om de Bijbelse ongeletterdheid tegen te gaan, maar je hoort zelden iets over hoe schandalig het is dat de christenen hun heidense 'kerkvaders' zijn vergeten.

'Sint-Plato' is ook wel iets te veel eer: het is maar goed dat niet al zijn ideeën werkelijk wortel hebben geschoten. Zo zou een maatschappij, gebaseerd op zijn politieke idealen, bepaald ongezellig en behoorlijk autoritair zijn geweest. Toch is zijn invloed - en die van zijn navolgers - op het denken van de Kerk dermate groot dat de christelijke theologie er totaal anders zou hebben uitgezien als hij er niet was geweest. Hetzelfde geldt voor Aristoteles. We kunnen er niet omheen dat de kerkvaders, die de grondleggers van het christelijk denken zijn geweest, veel van hun denkpatronen aan de Griekse filosofie hebben ontleend. Dat is ook geen mirakel: de meesten van hen leefden in het Romeinse Rijk dat stijf stond van de Griekse cultuur, zij het dan ook in een aangepaste vorm. De bouwstijlen waren misschien niet echt Grieks, maar wel Grieksig, en net zo de kledingstijl, de godsdienst, de omgangsvormen en zeker de opvoeding (in ieder geval die van gegoede kindertjes, van wie er een aantal uit zou groeien tot deftig schrijvende meneren met mijters). Zodoende hoeft ook niemand ervan achterover te slaan dat een groot deel van onze theologie zó uit de koker van een stelletje heidense wijsgeren komt en op het eerste gezicht niets met de Bijbel te maken heeft. Geen wonder dat de protestanten in de eerste jaren van hun jonge bestaan probeerden de godgeleerdheid etnisch te zuiveren: "Alleen de Bijbel! Eruit met die Helleense hersenspinsels!". enz enz

 

Column KN 27-9-19 nr 39.